Manuscript van E.A. Hammelburg over zijn vader Salomon Hammelburg
Van: Hammelburg, E.A.
Onderwerp: het verhaal is geschreven en met documenten ondersteund door E. A. Hammelburg. Zijn vader, Salomon Hammelburg (1903), was gemengd-gehuwd. Op 3 mei 1944 moest hij zich op het arbeidsbureau in Meppel melden om te gaan werken op het vliegveld te Havelte. Twee dagen ervoor werd hij echter door de S.D gearresteerd en beschuldigd van een poging tot onderduiken. Op 6 juni werd hij naar Westerbork gestuurd. Hij zou worden opgesloten in de strafbarakken (werkt als voorman), maar hoefde uiteindelijk niet op transport (al was zijn advocaat op 5 september 1944 in de veronderstelling (omdat het hele kamp opgeheven zou zijn) dat Salomon, hoewel ontheven van zijn ‘ S’ zou zijn doorgestuurd naar Theresienstadt). Salomon werd echter vrijgesteld van transport (zijn advocaat schreef op 12 september al dat gemengd-gehuwden zonder 'S' mogelijk waren achtergebleven. Zie ook zijn brief van 18 september over gemengd-gehuwden (klare Fälle) en het laatste transport naar 'Celle, Bergen-Belsen (unklare Fälle); werken op de kampboerderij; over lotgenoot Mozes Groenberg; verblijf tot 18 juni 1945 in Westerbork en ontslag.
Op 13 oktober 1944 kwam zijn vrouw te overlijden. Zoontje Emil Alexander werd bij de onderburen ondergebracht. In verband met de hongerwinter werd hij in Bovensmilde ondergebracht. Na de bevrijding van kamp Westerbork ging de plaatselijke dominee op zoek naar een kennis. Op de lijsten kwam hij een Hammelburg tegen. Hij vroeg aan Emil of dit familie was. Na een aarzelende bevestiging van Emil ging hij achterop de fiets richting Westerbork. Het weerzien met zijn vader leidde tot een logeerpartij totdat zijn vader het kamp mocht verlaten. Emil staat op de lijst van in kamp Westerbork aanwezige personen van begin mei 1945.