Brief van Rosette Stranders-de Hartog aan de familie Gosschalk vanuit kamp Westerbork
Van: Stranders-Hartog, Rosette, de
Aan: Gosschalk, familie, Corrie, Jo en kinderen
Datum: 1943-01-02
Plaats: Westerbork, kamp
Onderwerp: Verschillende brieven ontvangen. 'Aan alles went men op den duur, ook aan dit miserabele leven'. Louis is weer aan het werk. Mogelijk moet hij voor zijn keel naar het ziekenhuis in Groningen. Het hoofd van het ziekenhuis moet daarover beslissen. Nu heeft Louis weer een ontstoken oog. Het is uitgesloten dat je in het kamp gezond blijft. De kinderen bevinden zich nog in het ziekenhuis. Selly wil niet eten. Ze is zo mager als brandhout. Je zal haar niet meer herkennen. Ze is in zes weken een heel ander kind geworden. Ze is Louis en mij helemaal vergeten’, versuft en slap ziet ze eruit.' De schrijfster is weer zo goed als beter. Ze schrijft over het dagelijkse eten. Ze behoren tot de gelukkige mensen die nog iets toegestuurd krijgen. Ze hebben zelf behoefte aan lucifers, batterijen, pantalons, vouwstoeltjes, speelgoed voor de kinderen (prentenboeken en kleurboeken), een thee- en koffiepot, een tafelkleed. Als je langer blijft, heb je van alles nodig, wat je thuis ook had… Ze hebben kans dat ze een huisje voor zichzelf krijgen (een kamertje met enige bedden en centrale verwarming). Moeders met kleine kinderen zouden hiervoor in aanmerking komen. Het is in elk geval beter dan een grote barak. Louis moet dan wel op een grote barak blijven, want mannen en vrouwen mogen niet samen slapen. Om tien uur 's avonds moeten de mannen de vrouwenzaal verlaten… Er komt hier dagelijks Arisch bezoek (na aanvraag). In de meeste gevallen wordt het ingewilligd. Zojuist ontving Louis op zijn barak 85 een brief. Doordat er geen baraknummer opstond is de brief lang onderweg geweest. Bij het verkrijgen van een kamertje heeft de schrijfster een kookplaat nodig.